OpenCPB logo
opencpb | Politiek in Beeld
OpenCPB

OPENCPB (open cijfers in politiek en bestuur)

OpenCPB lanceert Politiek in Beeld (PiB): onafhankelijke, transparante visualisaties van de consequenties van voorgenomen beleid.

Leeswijzer
Info Hoe lees je deze kaarten?

Doel & scope

Verkiezingsprogramma’s staan vol voornemens; de consequenties blijven vaak onduidelijk. OpenCPB vertaalt die voornemens naar concrete, vergelijkbare effecten voor burgers en leefomgeving. We tonen niet wát partijen beloven, maar wat het doet—in aantallen, euro’s, tijd en risico’s.

Bronnen & AI-gebruik

  • Bronnen: partijprogramma’s en open data (o.a. CPB/KiK, CBS, ministeries).
  • AI-hulpmiddelen (ChatGPT Pro, Gemini) assisteren bij extractie en operationalisatie; resultaten worden handmatig gecontroleerd op herleidbaarheid en consistentie.
  • Alle aannames staan bij het thema onder ℹ Methodiek; waar mogelijk geven we links/refs.

Zo werkt een kaart

  • Scorebalk (0–100): relatieve sterkte van het effect per partij binnen dit thema.
  • Amount-chip: concrete grootheid boven/op de balk (bijv. “€ 1,2 mld”, “+35 km²”, “–8 %”).
  • Richting: links/rechts labelt betekenis (bijv. “minder ↔ meer”).
  • Baseline & tijdpad: uitgangsjaar is 2025 (tenzij anders vermeld); tijdsprofielen staan bij ℹ.
  • Onzekerheid: waar relevant tonen we band/markering en lichten we aannames toe.

Sortering & polariteit

Thema’s en partijen kunnen worden gesorteerd (bijv. “meest polariserend eerst”). De sorteerlogica staat per kaart aangegeven.

Grenzen & interpretatie

  • Dit zijn gestructureerde inschattingen, geen voorspellingen. Beperkingen van data/modellen worden expliciet gemaakt.
  • Waar data of modeluitkomsten ontbreken, tonen we “Data niet beschikbaar” in grijs in plaats van te speculeren.

Versies & feedback

  • Elke kaart vermeldt versie en update-datum; bij nieuwe openbare bronnen werken we bij.
  • Fout gezien of betere bron? Gebruik de feedback-link op de kaart; we corrigeren en loggen wijzigingen publiek.
Info Verantwoording — Blijvende migranten

Wat tonen deze kaarten?

  • Blijvende migranten (chip): per partij het cumulatieve verwachte aantal migranten dat in Nederland blijft over 2025–2030 (personen).
  • Score (0–100): relatieve positie per partij op basis van de chipwaarde: score = 100 × amount / max(amount over alle partijen). We tonen de chip exact zoals aangeleverd (geen herformattering).
  • We splitsen intern drie stromen: Asiel (incl. nareis), Gezinsmigratie (regulier, niet-EU/EFTA), Arbeid & studie (niet-EU/EFTA). De kaart toont hun som na blijfkans (zie formules).

Formules & aannames

  • Blijven per stroom (5-jaars blijfratio’s):
    Asiel: 90%  |  Gezin (regulier, niet-EU/EFTA): 73%  |  Arbeid+Studie (niet-EU/EFTA): 40%
    Blijvers ’25–’30 = 0,90 × Asiel (’25–’30) + 0,73 × Gezin (’25–’30) + 0,40 × Arbeid+Studie (’25–’30)
  • Cumulatief ’25–’30 per stroom: gebaseerd op partijprogramma 2025 → EU/EVRM-conform scenario (realisatie-inschatting). We starten bij 2024-niveaus en modelleren een beleidsingroei; stromen zijn niet-EU/EFTA voor gezin/arbeid+studie en incl. nareis voor asiel.
  • Geen TPD-instroom (Oekraïne) meer in 2030: de Richtlijn Tijdelijke Bescherming is verlengd t/m 4-3-2027; voor 2030 nemen we geen nieuwe TPD-instroom aan.
  • Score 0–100: lineair geschaald op de hoogste chipwaarde in de kaart (max = 100). Labels “lager ↔ hoger” duiden de richting.

Datadefinities

  • Asiel: eerste aanvragen + nareis (IND-definitie).
  • Gezin (regulier): “Gezin: overig” (niet-EU/EFTA), dus niet de nareis van asiel — die is bij asiel geteld.
  • Arbeid & studie: niet-EU/EFTA arbeid + studie + meekomende gezinsleden bij arbeid/studie; exclusief TPD/Oekraïne vanaf 2027+.

Bronnen

  • Primaire bron: partijprogramma’s. Aanvullend: open data (CPB/KiK, CBS, ministeries).
  • IND 2024: jaarcijfers asiel (eerste aanvragen + nareis) als uitgangsniveau.
  • CBS StatLine 84809NED: immigratie niet-EU/EFTA naar motief (gezin/arbeid/studie) voor structuur en orde-grootte.
  • EU Migratie- & Asielpact: operationeel vanaf 2026; bepaalt juridische bandbreedte (asielstop ≠ nul zonder verdragswijziging).
  • Blijfkansen: CBS-cohortanalyses (asiel blijft het langst; gezin ~73%; arbeid/studie laagst) en Nuffic (±25% studenten blijft na 5 jaar).
  • CPB Keuzes in Kaart (10-10-2025): voor partijkaders/maatregelcontext (financieel); migratievolumes zijn door ons uit programma’s + data geoperationaliseerd.

Grenzen & interpretatie

  • Dit zijn gestructureerde, herleidbare inschattingen, geen voorspellingen. Nieuwe crises of EU-wijzigingen kunnen uitkomsten beïnvloeden.
  • EU-vrij verkeer (EU/EFTA) valt grotendeels buiten nationale sturing en is daarom niet in de niet-EU/EFTA stromen opgenomen.
  • De chip is het verwachte aantal blijvers over 2025–2030; de score is een relatieve schaal binnen de kaart (0–100).

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Suggesties of betere bron? Gebruik de feedback-link; we corrigeren en loggen wijzigingen.
Info Verantwoording — Wind (land & zee)

Wat tonen deze kaarten?

  • Chip (Land / Zee): per partij de netto toevoeging van windturbines in 2025–2029 t.o.v. peiljaar 2025, als +ΔLand / +ΔZee. Op expliciet verzoek is in 2025–2029 géén vervanging/repowering gemodelleerd; de chip toont dus uitsluitend nieuwe plaatsingen.
  • Score (0–100): Voortgangsindex afgeleid van de chipwaarden:
    score = 100 × [ 0,4 × (ΔLand / 190) + 0,6 × (ΔZee / 373) ]
    Hierbij is 190 het maximale onshore-toenamegetal (≈ 80% realisatie van de RVO-pijplijn omgerekend naar aantallen) en 373 het maximale offshore-toenamegetal (som van HKW VI, HKW VII, IJmuiden Ver Alpha en IJmuiden Ver Beta tot en met 2029).
  • Peilmoment & horizon: peiljaar 2025 (huidige situatie), doorkijk t/m 2029; de kaart toont delta’s (geen absolute totalen).

Formules & aannames

  • Onshore (ΔLand): basis is de RVO-monitoring: eind 2024 staat er ca. 6.943 MW op land, met nog ca. 1.305 MW in ontwikkeling (pijplijn). Voor aantallen hanteren we een conservatieve gemiddelde nieuwe turbinemaat van ≈ 5,5 MW ⇒ maximaal ≈ 237 nieuwe turbines als de volledige pijplijn vóór 2029 realiseert. Per partij vertalen we het programma naar een deterministische realisatiefractie van deze 237. Omdat vervanging/sanering buiten scope is, geldt netto: ΔLand = realisatiefractie × 237.
  • Offshore (ΔZee): tot en met 2029 tellen we de concrete parken in de routekaart:
    • Hollandse Kust (West) VI — 52 turbines (≈ 760 MW).
    • Hollandse Kust (West) VII — 53 turbines (≈ 795 MW).
    • IJmuiden Ver Alpha — benchmark 134 turbines (2 kavels van ~1 GW met 50–67 turbines per kavel).
    • IJmuiden Ver Beta — benchmark 134 turbines (idem).
    Totaal potentieel 2026–2029 bij “volle vaart” = 52 + 53 + 134 + 134 = 373 turbines. Per partij passen we een deterministische realisatiefractie toe op deze 373.
  • Realisatiefracties per partij (deterministisch, 2025–2029):
    Land — Stop/geen nieuw: 0% • Beperkt: 10–15% (BBB 10%; NSC/SGP 15%) • Draagvlak/gebiedsgericht: 40% (VVD/CDA/CU) • Opschalen: 80% (GL-PvdA, D66, Volt, SP, DENK, PvdD, BIJ1) • JA21: 0% op land.
    Zee — Stop: 0% (PVV/FvD/BVNL) • Terughoudend: 25% (SGP, PvdD, VvDieren) • Basispad: 60% (VVD, NSC, CDA, CU, JA21, SP) • Volle vaart: 100% (GL-PvdA, D66, Volt, BIJ1) • Tussenpositie: 80% (DENK).
    Deze indeling volgt uit expliciete programmapassages (bijv. “tegen grote windparken op land”, “wind op zee versnellen”, “CfD waar nodig”) en publiek beschikbare projectinformatie (kavelgrootte, turbinetypen, aantallen).
  • Score & presentatie: de chip toont +ΔLand / +ΔZee exact zoals aangeleverd; de 0–100 score is lineair geschaald op de genoemde maxima en afgerond op hele punten; as-labels “lager ↔ hoger” duiden de richting.

Datadefinities

  • Land (onshore): turbines ≥ ~100 kW op Nederlands grondgebied (incl. binnenwateren). In deze kaart is in 2025–2029 geen aftrek voor sloop/repowering toegepast (gebruikersaanname).
  • Zee (offshore): turbines in de Nederlandse EEZ (Noordzee). Toevoegingen komen uit kavelspecifieke informatie en (waar bekend) turbinetypen en aantallen.
  • Peiljaar 2025 (context): op land ca. 3.553 turbines; op zee een bestaande vloot waarvan deze kaart uitsluitend de toename t/m 2029 toont.

Bronnen

  • Officiële partijprogramma’s 2025 (energieparagrafen: houding t.o.v. wind op land en wind op zee; o.a. afstandsnormen, draagvlak/participatie, natuurvoorwaarden, CfD-bereidheid).
  • RVO — Monitor Wind op Land (stand eind 2024; pijplijn in ontwikkeling) en projectoverzichten.
  • RVO — Offshore routekaart en kavelinformatie (Hollandse Kust (West) VI & VII; IJmuiden Ver Alpha & Beta) incl. indicatieve aantallen en fasering 2026–2029.
  • Kadaster/overheidspublicaties — actuele aantallen onshore turbines (peil 2025).
  • Contextbronnen (o.a. CPB Keuzes in Kaart 2027–2030) voor beleidsrichting; geen turbine-tellingen, wel relevant voor interpretatie.

Grenzen & interpretatie

  • Dit is een gestructureerde, herleidbare inschatting op basis van officiële monitoring, kavelinformatie en expliciete programmapunten. Werkelijke uitkomsten kunnen afwijken door vergunningen, netcapaciteit, ecologische voorwaarden, financiering/markt, supply-chain en fasering (bijv. deeloplevering van IJmuiden Ver tussen 2029–2032).
  • De 0–100 score is een interne normalisatie binnen deze kaart; geen extern keurmerk. Aantallen zijn geschikt voor ruimtelijke impact; voor energie-impact (TWh) adviseren we ook MW-equivalenten te tonen.
  • De aanname “geen vervanging” (2025–2029) is door de gebruiker gekozen; in werkelijkheid kan repowering het aantal verlagen of gelijk houden terwijl de productie stijgt.

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Correctie of betere bron? Gebruik de feedback-link; we verwerken updates en loggen wijzigingen.
Info Verantwoording — Cultuurindex (DCCI) & Internationale studenten

Wat toont deze kaart?

  • Score (0–100): de Dutch Cultural Continuity Index (DCCI) per partij. 100 = sterke nadruk op behoud NL‑taal/normen/assimilatie; 0 = kosmopolitisch/inclusie & internationalisering als uitgangspunt. De LED‑balk is dus direct de DCCI‑score (geen her-schaal).
  • Chip (aantal): het verwachte aantal internationale diplomastudenten in 2030 (personen) afgeleid uit de DCCI, met 2025 als baseline. De chip wordt exact getoond zoals aangeleverd (geen herformattering).
  • As-annotatie: links “minder internationalisering”, rechts “meer internationalisering” (alleen voor duiding; de score blijft 0–100 DCCI).

Formules & aannames

  • Baseline (B): aantal internationale diplomastudenten in het hoger onderwijs 2024/25. In de dataset is deze ingesteld op 131.004 (pas dit getal eenvoudig aan wanneer een nieuw Nuffic‑cijfer beschikbaar is).
  • Elasticiteit (ε): neutrale, symmetrische bandbreedte van ±20% bij de uitersten van de schaal — configureerbaar via epsilon.
  • Projectie 2030:
    Students2030 = B × [ 1 + ε × (50 − DCCI) / 50 ]
    DCCI=50 ⇒ Students2030=B · 1,00  |  DCCI=100 ⇒ B · (1 − ε)  |  DCCI=0 ⇒ B · (1 + ε)
  • Score 0–100: gelijk aan DCCI (geen herberekening op basis van de chip).
  • Ronding: getoond aantal afgerond op hele personen (aanbeveling: op honderden afronden voor rust in de UI).

Rubriek & codering (hoe komt 0–100 tot stand?)

De DCCI is opgebouwd uit transparante, herleidbare onderdelen; per onderdeel worden partijpassages gecodeerd op richting en intensiteit en genormaliseerd naar 0–100. Gewichten:

  • Taal & hoger onderwijs (30%) — NL als voertaal in beginsel; beperking Engelstalige tracks; caps op studiemigratie; handhaafbaarheid.
  • Integratie/assimilatie (30%) — taaleisen (B1/B2), nadruk op assimilatie vs integratie/multiculturaliteit; strengere inburgering; uitvoering.
  • Kunst, media & erfgoed (20%) — prioriteit voor NL‑taal/erfgoed; voorwaarden aan cultuur- en mediafondsen; NPO‑kaders.
  • Programma‑toon & waarden (10%) — expliciete passages over NL‑identiteit/waarden & tradities.
  • Historische lijn (10%) — consistente lijn/stemgedrag 2021–2024 op bovengenoemde thema’s (alleen waar helder).

Kwalitatieve partijstandpunten (indicatief, 2025)

  • PVV — sterke nadruk op NL‑identiteit en tradities; strikte migratie/inburgering; minder Engelstalig HO & mediasturing → hoog DCCI.
  • GL‑PvdA — inclusie & gelijke kansen; wél “NL‑talig in beginsel” in HO; minder normerend op assimilatie → midden‑laag.
  • VVD — beschermen van NL‑cultuur/waarden; beperken asiel/studiemigratie; meer normering in HO‑taal → midden‑hoog.
  • NSC — NL‑taal als norm; minder Engelstalig HO; strenger op studiemigratie & inburgering → hoog.
  • D66 — internationale oriëntatie & academische vrijheid; ruimte voor Engelstalig HO; inclusie‑gestuurd → laag.
  • BBB — nadruk op regionale tradities/identiteit; kritischer op internationalisering HO; integratie‑eisen → midden‑hoog.
  • CDA — gemeenschap/waarden; NL‑taal & burgerschap in onderwijs; cultuur & erfgoed → hoog‑midden.
  • SP — sociaal‑economische focus; minder cultureel normerend; toegankelijk onderwijs → midden.
  • DENK — anti‑discriminatie/inclusie centraal; mensgerichte taaltrajecten; beperkte assimilatie‑normering → laag.
  • PvdD — ecologie/rechten; cultuur/assimilatie geen speerpunt; internationalisering HO niet sterk inperken → laag‑midden.
  • SGP — christelijk‑conservatief; NL‑waarden/taal; kritisch op “woke/cancel”; meer normering → hoog.
  • ChristenUnie — normen/gemeenschap; gematigd conservatief; taal & burgerschap → midden‑hoog.
  • FvD — soevereiniteit/antiglobalisme; sterke migratie‑ en taalnormering; mediasturing → zeer hoog.
  • Volt — pan‑Europees; pro‑internationalisering in HO; inclusie → laag.
  • JA21 — duidelijke cultuur/assimilatie‑paragrafen; rem op Engelstalig HO & migratie → hoog.
  • BVNL — klassiek‑liberaal met cultureel conservatief profiel; behoud tradities → midden‑hoog.
  • BIJ1 — dekolonisatie/antiracisme; culturele pluriformiteit boven assimilatie → zeer laag.
  • VvDieren — door ons als duplicaat van PvdD behandeld (zelfde score & chip).

Datadefinities

  • DCCI (0–100): samengestelde index per partij op basis van programma 2025 en (waar relevant) consistente lijn 2021–2024. Meer nadruk op behoud NL‑taal/waarden/assimilatie ⇒ hogere score.
  • Internationale diplomastudenten: niet‑uitwisselingsstudenten die naar Nederland komen om een volledige opleiding (bachelor/master) te volgen in HO. De chip toont de scenario‑uitkomst voor 2030 o.b.v. DCCI.

Bronnen

  • Primaire bron: partijprogramma’s Tweede Kamerverkiezingen 2025 (per partij). Waar beschikbaar: nadere toelichtingen, congresmoties en fractiestandpunten.
  • Nuffic / OCW‑gegevens: diplomamobiliteit in HO (baseline 2024/25). Let op: cijfers worden periodiek geüpdatet.
  • CPB — Keuzes in Kaart (10‑10‑2025): beleidskader en financiële context voor deelnemende partijen; CPB rekent géén “cultuurbehoudsindex” door maar valideert wel maatregelkaders.

Grenzen & interpretatie

  • Dit betreft scenario‑projecties en geen voorspellingen of causaliteitsclaims. Uitkomst hangt af van wetgeving, EU‑kaders, uitvoering en gedrag van instellingen.
  • De elasticiteit (ε) is een presentatie‑knop; kies bij voorkeur één waarde (standaard 0,20) en documenteer wijzigingen in de versiehistorie.
  • De DCCI is herleidbaar via een codeerhandleiding (passages → subscores → weging). Intercoder‑betrouwbaarheid wordt aanbevolen bij updates.

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Op- of aanmerkingen? Deel je bron of passage; we verwerken correcties en loggen veranderingen.
Info Verantwoording — EU-verbondenheid (0–100) & lasten 2030

Wat tonen deze kaarten?

  • EU-verbondenheid (0–100): een schaal die de mate van omarming weergeeft van verdere EU-integratie en gezamenlijke financiering (o.a. NGEU-aflossing via de EU-begroting). 0 = afwijzend, 100 = volledig omarmend.
  • Bereidheidsbedrag (chip, €/p.p./maand): de indicatieve lasten die een partij bereid is de burger te laten dragen in 2030 onder een realistisch aflossingspad voor het coronaherstelfonds (NGEU).
  • De chip wordt exact getoond zoals aangeleverd; de LED-balk toont de 0–100 score (geen herberekening door de kaart).

Formules & aannames

  • Ankerbedrag bij 100/100:
    EU-jaarlast 2030 (NGEU) ≈ €30 mld/jaar • NL-aandeel ≈ 4,7% • bevolking ≈ 18,0 mln
    € per persoon per maand (100) = (30e9 × 0,047) ÷ (18,0e6 × 12) ≈ €6,53
    Bandbreedte: bij €25–35 mld/jaar komt dit uit op ~€5,44–€7,62 p.p./mnd.
  • Chip (bereidheidsbedrag):
    amount_p_mnd = (score / 100) × €6,53
    Lineair geschaald met de omarmingsscore. Het bedrag drukt bereidheid uit, geen verplicht kaspad.
  • Score 0–100 (rubric in 4 signalen, elk 0–25):
    1. EU-verdieping (meer QMV/minder vetorecht; versterking EU-niveau).
    2. Financiering (openheid voor EU-eigen middelen/gezamenlijke aflossing van NGEU via EU-begroting).
    3. Gold-plating-houding (extra nationale koppen op EU-regels → lager; harmonisatie → hoger).
    4. Coalities/positie (kopgroepen, like-minded coalities, opt-outs/exit-retoriek).
  • Afgrenzing: we nemen alleen de NGEU-subsidie-aflossing mee die via de EU-begroting loopt (2028–2058). EU-doorleeninstrumenten zoals SAFE (defensie) tellen niet mee in de algemene EU-afdrachten omdat terugbetaling bij de lenende lidstaat ligt.

Kwalitatieve onderbouwing per partij (leidraad naar 0–100)

  • D66 — pro-verdieping, nieuwe EU-eigen middelen, handel; hoge bereidheid → rond 100.
  • Volt — uitgesproken federaal/pro-EU; eigen middelen/meer QMV → rond 100.
  • GL-PvdA — versterking Unie/klimaatagenda, minder vetorecht, kopgroepen → hoog (±85).
  • PvdD — pro-EU bij groene koers; samenwerking gewenst → hoog-midden (±70).
  • CU — waardegedreven pro-EU, geen sprongen richting federatie → midden-hoog (±65).
  • VVD — nuchter pro-EU, tegen nationale koppen, terughoudend met verdieping → midden-hoog (±60).
  • CDA — constructief pro-EU, geen federale stappen; sober budget → midden (±55).
  • DENK — samenwerking en rechten, geen exit-retoriek → midden (±55).
  • BIJ1 — internationaal solidair, kritiek op neoliberaal EU-beleid → midden (±50).
  • Vrede voor Dieren — vredes-/internationale samenwerking, niet-exit → midden (±50).
  • NSC — subsidiariteit, tegen transferunie/eurobonds/eigen middelen → midden-laag (±35).
  • SGP — soevereiniteit, kritisch op bevoegdheidsoverdracht → midden-laag (±35).
  • BBB — terughoudend richting ‘Brussel’ → laag (±30).
  • SP — heronderhandeling, anti-marktlogica, geen exit → laag (±25).
  • JA21 — euroscepsis, rem op verdiepingen → laag (±20).
  • BVNL — sterk terughoudend, lasten en regels omlaag → laag (±15).
  • PVV — opt-outs via veto/afdrachten, sterk eurosceptisch → zeer laag (±5).
  • FvD — exit-retoriek (Nexit) → 0.

Datadefinities

  • EU-verbondenheid (score): 0–100 samengesteld uit de vier signalen (elk 0–25), op basis van programmatekst 2025.
  • Bereidheidsbedrag: €/p.p./mnd voor 2030 onder realistisch NGEU-aflossingspad; geen doorkijk naar nationale belastingmix.
  • Weergave: LED-balk = score; chip = amount_p_mnd; labels “minder ↔ meer” duiden de richting van EU-omarming.

Bronnen (methodisch)

  • Partijprogramma’s 2025 (PVV, GL-PvdA, VVD, NSC, D66, BBB, CDA, SP, DENK, PvdD, SGP, CU, FvD, Volt, JA21, BVNL, BIJ1, Vrede voor Dieren) — EU-hoofdstukken.
  • Europese Commissie / Europees Parlement — NGEU-opzet, grant vs. loan, terugbetaling via EU-begroting (2028–2058), raming jaarlijkse lasten.
  • CPB — Keuzes in Kaart (10-10-2025) — context m.b.t. binnenlandse lasten (aanvullend; niet gebruikt voor de NGEU-ankerrook).

Grenzen & interpretatie

  • De score is een gekwalificeerde lezing van programmavoornemens; niet elk voornemen wordt wet/realiteit.
  • Het chipbedrag is een vergelijkingsmaat (bereidheid) onder een vast EU-anker; geen voorspelling van de feitelijke 2030-afdrachten/lasten.
  • Defensie-mobilisatie (SAFE/“€800 mld”) is overwegend doorleen op lidstaatniveau en telt daarom niet mee in dit EU-anker.

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Foutje gezien of bron toevoegen? Gebruik de feedback-link; we verwerken en loggen wijzigingen.
Info Verantwoording — Totale zorgkosten & 0–100 index

Wat tonen deze kaarten?

  • Chip (bedrag): per partij het totale bedrag aan zorgkosten in 2030 per gezin per jaar (2 volwassenen), als som van nominale premie + verwachte eigen betalingen (verplicht eigen risico, gemiddelde geneesmiddelenbijdrage, tandartscontrole indien niet in basispakket).
  • Score (0–100): relatieve positie per partij op basis van het chipbedrag: score = 100 × (amount − min_amount) / (max_amount − min_amount).
    Interpretatie: 0 = laagste totaal op de kaart, 100 = hoogste totaal.
  • De LED-balk visualiseert die index; de chip toont het exacte eurobedrag per gezin per jaar (2030).

Formules & aannames

  • Totaal per gezin per jaar (2030):
    TOTAAL_gezin_jr = 2 × 12 × P + 2 × (EER + Emed + Edent)
    met P = premie per persoon per maand (neutraal aangenomen €190 → 2×12×190 = €4.560 per gezin/jaar).
  • Verwachte eigen risico-betaling p.p./jaar:
    EER = 0,603 × ER
    Kalibratie: bij ER=€385 is de gemiddelde betaalde ER ≈ €232 p.p./jr ⇒ 0,603 = 232/385.
  • Geneesmiddelen-bijbetaling p.p./jaar:
    Emed = €3,5 (gemiddelde GVS-bijbetaling per verzekerde).
  • Tandartscontrole p.p./jaar:
    Edent = €105 als de jaarlijkse controle niet in het basispakket zit; anders €0.
    €105 ≈ controle + 2× kleine röntgen + korte reiniging (NZa-tarieven).
  • 0–100 index op totaalbedrag:
    score = 100 × (amount − min_amount) / (max_amount − min_amount)
    In deze kaart: min_amount = € 4.567, max_amount = € 5.308.

Kwalitatieve partijstandpunten → parameters in de berekening

  • ER = €0 + tandartscontrole in basis (lage eigen betalingen): PVV, SP, DENK, PvdD, BIJ1.
  • ER ≈ €165 (halvering) + check in basis: GL-PvdA; ER ≈ €165 + geen extra tandartsdekking: BBB.
  • ER = €385 + check in basis: NSC, D66, SGP, ChristenUnie.
  • ER = €440 + geen extra tandartsdekking: VVD, CDA, JA21; ER = €440 + preventief & acuut in basis: Volt.
  • ER = €200 + check in basis: FvD.
  • ER = €385 + geen extra tandartsdekking: BVNL, Vrede voor Dieren.

Berekende totaalbedragen 2030 (per gezin per jaar)

  • PVV € 4.567 • GL-PvdA € 4.766 • VVD € 5.308 • NSC € 5.031 • D66 € 5.031 • BBB € 4.977 • CDA € 5.308 • SP € 4.567 • DENK € 4.567 • PvdD € 4.567 • SGP € 5.031 • ChristenUnie € 5.031 • FvD € 4.808 • Volt € 5.097 • JA21 € 5.308 • BVNL € 5.242 • BIJ1 € 4.567 • Vrede voor Dieren € 5.242

Datadefinities

  • ER (verplicht eigen risico): beleidskeuze per partij voor 2030 (o.a. €0/€165/€200/€385/€440).
  • GVS-bijbetaling: gemiddelde bijbetaling voor geneesmiddelen boven vergoedingslimiet (gemiddeld p.p./jr).
  • Tandartscontrole: standaard jaarlijkse controle (volwassene) met kleine aanvullingen; al dan niet vergoed in het basispakket.

Bronnen

  • Partijprogramma’s & CPB Keuzes in Kaart (10-10-2025): kader voor ER-hoogte en pakketrichting; gebruikt voor parameterkeuze.
  • NZa/KNMT-tarieven mondzorg 2025: opbouw controlepakket (≈ €105) voor Edent.
  • SFK / Zorginstituut: ordegrootte GVS-bijbetalingen (Emed ≈ €3,5 p.p./jr gemiddeld).

Grenzen & interpretatie

  • Dit zijn gestandaardiseerde rekenuitkomsten onder uniforme aannames; premie P is gelijk gehouden (vergelijkbaarheid). Wijzig P en alle bedragen schuiven evenveel op: ΔTOTAAL = 24 × (P − 190) per gezin per jaar.
  • Werkelijke kosten verschillen per huishouden (zorggebruik, vrijwillig ER, aanvullende verzekering). De index is een relatieve kaartvergelijking.

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Suggesties of betere bron? Gebruik de feedback-link; we corrigeren en loggen wijzigingen.
Info Verantwoording — Voedselcapaciteit & 0–100 score

Wat tonen deze kaarten?

  • Voedselcapaciteit (balk + chip): per partij de relatieve verandering van de Nederlandse voedseloutput (melk, vlees, eieren samen) in 2030 t.o.v. 2025, in %. De amount-chip toont het kg-equivalent, afgerond op miljoen kg.
  • Score (0–100): een relatieve schaal voor dezelfde indicator. Standaard is dit de lineaire her-schaal van de ingestelde as [min, max] naar [0,100]:
    score = 100 × (value − min) / (max − min)
    In onze kaart staat de as op min = −45 en max = 0 (%). Partijen met een grotere daling (negatiever) liggen dus verder naar links.
  • Chip: “kg minder (mln)” = de absolute afname t.o.v. 2025 in miljoen kilogram, zichtbaar op de exacte positie van de balk.

Formules & aannames

  • Baselines (2025): we aggregeren melk, vlees en eieren tot één volume (kg eetbaar-equivalent). Deze som is baseline_kg_2025.
    baseline_kg_2025 = melk_kg + rundvlees_kg + varkensvlees_kg + pluimvee_kg + eieren_kg
  • Partijeffect → ΔNH₃: voor 2025→2030 nemen we een basispad voor ammoniakreductie (PBL-kader) en tellen daar per partij een extra beleidsintensiteit bij op (positief of negatief, afhankelijk van versoepelen/versnellen):
    ΔNH₃partij = ΔNH₃basispad + δNH₃partij
    ΔNH₃basispad (2025→2030) ≈ −11,875% (lineaire afleiding uit PBL 2022→2030); δNH₃partij volgt uit het pakket (KiK/programma’s).
  • Emissiereductie → productiecapaciteit: niet alle NH₃-daling komt uit minder dieren; een deel komt uit techniek/management. We modelleren dit met α (aandeel dat via veestapelkrimp loopt):
    ΔFood% = αpartij × ΔNH₃partij
    α hoog (0,5–0,8) bij partijen die expliciet sturen op minder dieren/uitfasering; α laag (0,15–0,35) bij innovatie/techniek-eerst en soepele vergunningruimte.
  • Kg-equivalent (chip):
    Δkg = baseline_kg_2025 × (ΔFood% / 100)
    chip = round(Δkg / 1 000 000) “mln kg” (afgerond op miljoen kg)
  • 0–100 score (kaartschaling): de balken worden van de ingestelde kaartas naar 0–100 gezet:
    score = 100 × (value − min) / (max − min)
    met value = ΔFood%, min = −45, max = 0.

Wat valt onder “Boerenbeleid” in deze kaart?

We bundelen alle maatregelen die productie en natuurdruk sturen via vier sporen; deze sturen samen de parameters δNH₃ (extra emissiereductie t.o.v. basispad) en α (fractie via volumekrimp):

  1. Depositie t.o.v. KDW: strikte KDW-sturing vergroot de noodzaak tot reductie rondom Natura2000 (→ δNH₃ meer negatief, α hoger). Versoepeling of schrappen van KDW (→ δNH₃ minder negatief/positief, α lager).
  2. PAS-melders: directe legalisatie zonder mitigatie (→ δNH₃ minder negatief). Oplossen mét mitigatie of bronmaatregelen (→ δNH₃ meer negatief; α afhankelijk van instrumentkeuze).
  3. Veestapel-/NH₃-reductie & instrumentmix: expliciete krimp, uitstap-/beëindigingsregelingen, heffingen/emissierechten (→ hogere α); techniek/voer/stalmaatregelen en emissieplafonds per bedrijf (→ lagere α).
  4. Uitkoop/hectares & vernatting/extensivering: bepaalt of productie-ha echt uit landbouw verdwijnt (→ effectief hogere α en extra ΔFood%).

Kwalitatieve partijstandpunten → parameterzetting

  • Versnellers (strikte natuur/KDW, gericht uitkoop, emissierechten/heffingen, “krimp logisch”): GL-PvdA, D66, CU, Volt, BIJ1, PvdD, Vrede voor DierenδNH₃ sterk negatief en α hoog.
  • Gematigd sturend (emissienormen/plafonds, innovatie, vrijwillige beëindiging; minder nadruk op KDW): VVD, CDA, NSC, SPδNH₃ matig negatief en α middelhoog/laag (SP hoger door “minder dieren”).
  • Versoepelaars (KDW uit/ondergrens omhoog, legalisatie PAS zonder stevige mitigatie, “boeren ruimte”): BBB, SGP, JA21, PVV, BVNL, FvDδNH₃ minder negatief/positief en α laag.

Datadefinities

  • Voedselcapaciteit: volume-index op basis van melk (kg), vlees (rund/varken/pluimvee; eetbaar-aandeel) en eieren (kg). Geen prijs- of handels­effecten in deze kaart.
  • ΔNH₃ (2025→2030): basispad uit PBL-ramingen; partij-specifieke δNH₃ volgens CPB KiK-duiding + programma’s (kwalitatieve mapping).
  • α-parameter: aandeel emissiereductie dat via volumekrimp loopt (0–1), afgeleid uit de instrumentmix en expliciete zinsneden (“minder dieren”, “plantaardig”, “legalisatie PAS”, “innovatie eerst”).

Bronnen

  • CPB — Keuzes in Kaart 2027–2030 (10-10-2025) (met PBL-inbreng voor klimaat/stikstof) voor de beleidskaders per partij.
  • PBL/WUR/RIVM — emissieramingen ammoniak t/m 2030 en duiding aandeel veestapelkrimp.
  • Partijprogramma’s 2025 — stikstof/landbouwhoofdstukken (KDW, PAS, uitkoop, instrumentmix).
  • Provinciale/RVO-documentatie voor kengetallen uitkoop/vernatting waar hectares/budgetten worden genoemd.

Grenzen & interpretatie

  • Dit is een modelmatige vertaling van beleid naar productievolume. Marktprijzen, exportvraag en EU-regelwijzigingen zijn niet meegenomen.
  • De 0–100 score is een kaartschaling; inhoudelijk leidend zijn de waarden in % en de chip in mln kg.
  • α en δNH₃ zijn transparant te herleiden en aanpasbaar; een update van PBL-ramingen schuift alle uitkomsten mechanisch mee.

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Suggesties, nieuwe bronnen of correcties? Gebruik de feedback-link; we passen de aannames/α/δNH₃ aan en loggen wijzigingen.
Info Verantwoording — Angst voor Rusland (AVR) 0–100 + bereidheid €/gezin/mnd

Wat tonen deze kaarten?

  • AVR-score (LED-balk, 0–100): per partij hoe sterk Rusland als dreiging wordt benoemd én welke tegenkracht wordt voorgesteld (steun aan Oekraïne, sancties, NAVO/EU-lijn, weerbaarheid, budgettaire inzet).
  • Bereidheidsbedrag (chip): per partij het afgeleid bedrag in €/gezin per maand dat de partij impliciet verantwoord vindt voor defensie/veiligheid op basis van haar AVR-score en de in KiK (10-10-2025) geboekte budgetten.

Formules & aannames

  • Indexopbouw (0–100): de AVR is de (gewogen) som van zes dimensies, elk geschaald naar 0–100 via onderstaande weging:
    Dreigingsduiding (DD) 0–20  |  Steun Oekraïne (SO) 0–20  |  Sancties & Energie-ontkoppeling (SE) 0–15  |  NAVO/EU-houding (NE) 0–15  |  Weerbaarheid & Hybride dreiging (WB) 0–10  |  Budgettaire inzet (KiK) (BZ) 0–20
    AVR = DD + SO + SE + NE + WB + BZ   (max = 100)
  • Bereidheidsbedrag €/gezin/mnd: koppelt de index aan een maandlast per gezin:
    Referentie-maandlast Cref = €195,17/maand/huishouden
      = €191,5 (nationale opschaling richting 2035-norm in KiK) + €3,7 (EU-leningcomponent, ~30 jaar annuïteit)
    Budgetfactor B = 1,00 (2035-pad in KiK) • 0,31 (alleen t/m 2030 geboekt) • 0,00 (expliciet afwijzend)
    Bereidheidpartij = (AVR/100) × B × Cref
    Toelichting: Cref is afgeleid uit KiK-bedragen (nationale defensie-opschaling) plus een klein EU-leningdeel; B vertaalt de hardheid van het budgettair commitment zoals in KiK is aangeleverd.
  • Input-parameters (standaard):
    Huishoudens NL = 8,4 mln • Cref = €195,17 • B ∈ {1,00; 0,31; 0,00}
    Wil je andere aannames (rente/looptijd EU-deel, aantal huishoudens, KiK-verdeling), dan schaalt de chip 1-op-1 mee.

Hoe scoren we de zes dimensies (kwalitatief → kwantitatief)

  • Dreigingsduiding (DD): expliciet taalgebruik (“agressie”, “bedreiging van Europese veiligheid”), erkenning hybride dreiging (cyber, desinformatie). Hoger bij duidelijke en herhaalde benoeming.
  • Steun aan Oekraïne (SO): duur en zwaarte (militair, financieel, humanitair), concrete bedragen/commitments, veiligheids-/hulp-pacten. Hoger bij langdurige, omvangrijke, structurele steun.
  • Sancties & energie (SE): strengheid, anti-omzeiling, energie-ontkoppeling van Rusland. Hoger bij expanderen/handhaven sancties en versnelling energie-onafhankelijkheid.
  • NAVO/EU (NE): opstelling t.o.v. NAVO, Europese defensiesamenwerking, (voorwaardelijk) EU/NAVO-pad voor Oekraïne. Hoger bij duidelijke pro-bondgenootschappelijke lijn.
  • Weerbaarheid (WB): nationale paraatheid (cyber, reservisten, desinfo, civiele bescherming, vervolging oorlogsmisdaden). Hoger bij uitgebreide, concrete agenda.
  • Budget (BZ): KiK-hardheid: doorboeken tot 2035-norm (3,5% defensie + 1,5% gerelateerd) vs. alleen brug tot 2030 vs. afwijzen. Hoger bij volledig 2035-pad.

Voorbeelden van kwalitatieve standpunten → indexeffect

  • Hoge AVR (80–100): expliciet “Russische agressie” + langdurige militaire/financiële steun + verzwaren/handhaven sancties + NAVO-hoeksteen/EU-defensiespoor + stevige weerbaarheidsagenda + KiK 2035-pad. Voorbeelden: partijen die 3,5%-norm expliciet halen en Oekraïne langdurig steunen.
  • Midden AVR (50–79): duidelijke steun en sancties, maar KiK slechts t/m 2030 of terughoudend in enkele onderdelen (bijv. NAVO-pad of energielijn). Voorbeelden: partijen die wel steun/sancties steunen maar budgettair nog niet tot 2035 doorboeken.
  • Lage AVR (0–49): diplomatie/prioriteit vrede, terughoudend met wapensteun of sancties, kritisch op NAVO-verdieping; KiK ontbreekt of wijst 5%-norm af. Voorbeelden: partijen die wapensteun beperken/stoppen of EU/NAVO-lijn afwijzen.

Datadefinities

  • AVR-score: 0–100 index op basis van zes dimensies.
  • Bereidheid (chip): amount in €/gezin/mnd volgens bovenstaande formule. In de UI wordt de chip exact geplaatst op de 0–100-positie van de score.
  • KiK-budgetfactor (B): 1,00 = 2035-pad geboekt; 0,31 = alleen t/m 2030 geboekt; 0,00 = expliciete afwijzing. (Deze factor wordt per partij vastgesteld op basis van de gepubliceerde KiK-doorrekening 10-10-2025.)

Bronnen (kwalitatief & kwantitatief)

  • Primaire bron: Verkiezingsprogramma’s 2025 van de partijen (hoofdstukken Buitenland/Defensie/Europa).
  • CPB — Keuzes in Kaart (10-10-2025): voor de budgettaire hardheid (2030-brug vs. 2035-pad) en context van defensie-uitgaven.
  • EU-defensie/financiering: voor orde-grootte van een EU-leningcomponent (annuiteitsbenadering) als klein deel van de maandlast.

Grenzen & interpretatie

  • De AVR is een samenvattende index; de chip geeft een genormaliseerde betalingsbereidheid op basis van KiK-hardheid. Het is géén daadwerkelijke belastingmaatregel.
  • KiK rekent door wat partijen hebben aangeleverd; dit is niet altijd het volledige programma. Wij koppelen de budgetfactor B hieraan om “hardheid” te differentiëren.
  • Nieuwe geopolitieke ontwikkelingen of EU-besluiten kunnen de aannames (en dus de chip) veranderen; versies worden gelogd.

Versies & feedback

  • Versie: v1 (AVR-verantwoording) • Laatste update:
  • Feedback of betere bronpassages? Meld het; we corrigeren en documenteren de wijziging in het changelog.
Info Verantwoording — Anderstalig onderwijs (0–100) + Δ laaggeletterdheid

Wat tonen deze kaarten?

  • Score (0–100): per partij de omarmingsscore voor anderstalig onderwijs (meer ruimte voor onderwijs in een andere taal, vaak Engels) over PO/VO/HO samen.
  • Chip (amount): bij elke partij de percentuele verandering van volwassen laaggeletterdheid in 2030 t.o.v. 2025, afgeleid uit de score via een transparant “één-parameter” model (zie formules).
  • De chip wordt 1-op-1 uit de dataset getoond (geen herformattering); de LED-balk geeft de 0–100 score weer met vaste ticks (0/25/50/75/100).

Scoringsrubric (kwalitatieve duiding → 0–100)

  • Omarmend (70–100): positief over meertaligheid; ruime Engelstalige trajecten in HO; PO/VO: veel ruimte voor tpo/CLIL; internationalisering als pluspunt (bv. Volt, D66, BIJ1).
  • Gebalanceerd (40–69): NL als uitgangspunt, meertaligheid waar zinvol; HO: selectie/sturing mogelijk, maar geen generieke afbouw (bv. GL-PvdA, PvdD, CU/CDA licht).
  • Restrictief (0–39): NL als norm; verengelsing terugdringen; instroom buitenlandse studenten begrenzen; PO/VO: terughoudend tpo (bv. FvD, PVV, JA21, SGP, deels VVD/NSC/BBB).

Formules & aannames

  • Scoreschaal: de kaart leest de aangeleverde score (0–100) per partij direct in en visualiseert deze op de LED-balk.
  • Chip = Δ laaggeletterdheid 2030 vs 2025 (in %):
    Baseline 2025 = 16,5% (volwassenen, lage geletterdheid).
    Eerst schatten we FA2030 (in %-punt):
    FA2030 = 16,5 + clamp( 0,0025 × (S − 30), −0,25, +0,25 )
    (met S = omarmingsscore 0–100; clamp beperkt het effect tot ±0,25 %-punt)
    Vervolgens berekenen we de chip (procentueel t.o.v. 2025):
    Δ% = 100 × (FA2030 − 16,5) / 16,5
    Interpretatie: alleen de taalmix (score) werkt door; overige beleidseffecten (basisvaardigheden, leertijd, leraren, volwasseneneducatie) worden hier bewust buiten beschouwing gelaten.
  • Optionele “what-if” metriek (voor chips boven de balk): je kunt aanvullend tonen:
    NL-lestijdfractie = 1 − 0,5 · (S/100)
    Cijfer NL = 7,0 · (1 − 0,20 · (1 − NL-share))
    Boeken/leerling/jaar = 3,0 · (1 − 0,60 · (1 − NL-share))
    Dit zijn controversiële illustraties; standaard staan ze uit.

Datadefinities

  • Anderstalig onderwijs: ruimte voor onderwijs in een andere taal (veelal Engels) in PO/VO (tpo/CLIL) en HO (taal van instructie en instroom internationale studenten).
  • Laaggeletterdheid (volwassenen): aandeel volwassenen met lage geletterdheid (PIAAC-definitie; hier enkel gebruikt als baseline en relatieve verandering).
  • Scoreveld: score(0–100). Amount staat als string (bv. “+0,38%”) en wordt 1-op-1 getoond.

Kwalitatieve bronnen voor de 0–100 score

  • Primaire basis: verkiezingsprogramma’s 2025 per partij (NL-als-norm vs. meertaligheid/internationalisering; HO-taalbeleid; ruimte tpo in PO/VO).
  • Contextkaders: kabinetslijn WIB (Wet internationalisering in balans; HO: NL als norm, instrumenten voor instroomsturing) en voorgenomen verruiming tpo-ruimte in PO/VO (max. 50% trajecten) als beleidsdecor.
  • Controleerbaarheid: op de partijkaarten plaatsen we directe links naar de betreffende programma-passages 2025.

Grenzen & interpretatie

  • De chip (Δ%) is een vergelijkende scenario-inschatting met klein effectbereik (±0,25 %-punt), omdat taalkeuze op zichzelf een beperkte impact heeft op volwassen geletterdheid in 2030.
  • Nieuw beleid voor basisvaardigheden (PO/VO, volwasseneneducatie) kan deze uitkomst domineren; dat zit niet in deze kaart en verschilt per partij.
  • De LED-balk is een relatieve 0–100 schaal binnen dit thema; de chip is het bijbehorende Δ% t.o.v. 2025 dat we 1-op-1 tonen.

Versies & feedback

  • Versie: v1 — “Onderwijskaart Anderstalig onderwijs”.
  • Verbeteren we graag: meld bron-/tekstvoorstellen; we verwerken en loggen wijzigingen.
Info Verantwoording — Wolf (0–100 omarmingsscore)

Wat tonen deze kaarten?

  • Score (0–100): per partij een omarmingsscore voor de wolf: 0 = nulstand/weg ermee; 100 = volledige bescherming/geen plafond. De score is kwalitatief onderbouwd en niet hergeschaald binnen de kaart (we tonen exact de aangeleverde waarde).
  • Populatie 2030 (chip): per partij de geschatte wolvenpopulatie in 2030 (aantal dieren), afgeleid met een eenvoudig ecologisch scenario.
  • De LED-balk geeft de relatieve omarmingsscore (0–100) weer; de chip toont het absolute aantal wolven (2030-schatting) op de exacte scorepositie.

Hoe is de 0–100 score bepaald?

We coderen partijtaal en stemgedrag naar een 5-delige rubric en mappen dit ordinaal naar 0–100. (Voor de 10 KiK-deelnemers van 10-10-2025 is een kleine correctie toegepast, ±1–3 punten, o.b.v. algemene natuur/stikstofprioriteit.)

Klasse → scorebanden (indicatief):
A. Nulstand / “wolf hoort niet in NL”, afschot als instrument → 0–10
B. Sterk terugdringen / wolfluwe of wolfvrije zones → 10–30
C. Beperken / actief populatiebeheer (verjagen/conditioneren) → 30–50
D. Beschermen & behouden (preventie/omheining; geen plafond genoemd) → 60–80
E. Volle bescherming / “ruim baan” (geen afschot, status behouden) → 85–100

Voorbeelden t.b.v. rubricering:
Nulstand/sterk terugdringen (A/B): JA21, FvD, SGP, BBB, (regionaal) CDA/CU — “geen plek”, “actief verjagen/afschot”, “wolfvrij(e) zones”.
Beperken/actief beheer (C): PVV, VVD, NSC — ingrijpen bij problemen, verjagen/conditioneren, statusverlaging bespreekbaar.
Beschermen/behouden (D): GL-PvdA, D66, SP, Volt, DENK — samenleven met preventie; tegen structureel afschot.
Volle bescherming (E): PvdD, BIJ1, Vrede voor Dieren — zeer beschermde status behouden, geen afschot, co-existentie centraal.

Formules & aannames (Populatie 2030)

We gebruiken een logistiek-light scenario dat natuurlijke rem (voedsel/territorium) en beleidseffect meeneemt, zonder het model te complex te maken.

Startniveau (2025): N₀ = 120 wolven (orde-grootte).
Jaarstap (t → t+1), 5 iteraties tot 2030:
Nt+1 = Nt + r₀·Nt·(1 − Nt/K(score)) + I(score) − h(score)·Nt
  • r₀ (natuurlijke groei): 0,30 per jaar (vaste parameter voor alle partijen).
  • K(score): 60 + 2 × score → bereik 60–260 (meer acceptatie = hogere draagkracht/ruimte).
  • h(score): 0,50 × (1 − score/100) → 0,50 bij score 0 (veel afschot/verjaging) tot 0 bij score 100.
  • I(score): 3 + 5 × (score/100) → immigratie/overleving stijgt licht met acceptatie (3–8 dieren/jaar).
  • Afwerking: N wordt niet-negatief geklemd; resultaten afgerond op hele dieren.

Wat betekent dit in de kaart?

  • Score 0–100: de kwalitatieve richting van beleid t.o.v. de wolf.
  • Populatie 2030 (chip): de modeluitkomst per partij (bij consequent beleid).
  • Interpretatie: lage scores sturen richting krimp (door hoger h en lager K), hoge scores laten natuurlijke groei toe (groei remt af nabij hoger K).

Datadefinities

  • Omarmingsscore: ordinale 0–100 schaal (kwalitatief onderbouwd, inclusief mini-correctie voor KiK-deelnemers van 10-10-2025).
  • Populatie: aantal individuele wolven (niet: roedels); 2030-waarde is een scenario-inschatting, geen telling of juridisch doel.

Bronnen

  • Partijprogramma’s & Kamerstukken (2025): expliciete taal over afschot/verjagen, beschermingsstatus, preventie.
  • Stemmingen 2025 (wolvendebat): o.a. moties over “de wolf hoort niet in NL”, impact/beheer.
  • BIJ12 / provinciale wolvenplannen: monitoring en preventie-kaders (algemene context voor draagkracht).
  • CPB/PBL — Keuzes in Kaart (10-10-2025): gebruikt als kleine correctiefactor op score voor GL-PvdA, VVD, NSC, D66, BBB, CDA, SGP, CU, Volt, JA21.

Grenzen & interpretatie

  • Dit zijn gestructureerde scenario-inschattingen, geen voorspellingen. EU-status, provinciale uitvoering en grensoverschrijdende instroom kunnen de werkelijke aantallen beïnvloeden.
  • De score is kwalitatief (traceerbaar naar teksten/stemmen); het 2030-getal is afgeleid via een eenvoudige, inzichtelijke formule met natuurlijke rem.

Versies & feedback

  • Versie: v1 • Update:
  • Vindt u een betere bron of formulering? Meld het; we corrigeren en loggen wijzigingen.